Vaccinaties

Vaccinaties bij de hond

  • Hondenziekte (canine distemper) kan infectie veroorzaken ter hoogte van de neus, luchtwegen, maag en darmen, minder frequent is er sprake van zenuw-, oog- en huidinfectie. Honden kunnen hieraan overlijden.
  • Kattenziekte (parvovirose) is vooral gevaarlijk voor jonge dieren. Dit geeft aantasting van het maagdarmslijmvlies waardoor hoge koorts, braken en diarree ontstaan. De uitdroging en snelle algemene achteruitgang leidt in de meeste gevallen tot sterfte.
  • Besmettelijke leverziekte (hepatitis contagiosa canis) geeft symptomen van lichte koorts tot ernstige aantasting van de lever met mogelijks sterfte tot gevolg.
  • Rattenziekte (leptospirose) geeft over het algemeen ernstige aantasting van de nieren. Deze zijn cruciaal in de zuivering van het lichaam. Meestal is deze schade onomkeerbaar en overlijdt de hond aan deze ziekte.
  • Kennelhoest ( Bordetella bronchiseptica en parainfluenza) geeft infectie van de bovenste luchtwegen met aanhoudende hoest tot gevolg. Met de juiste behandeling komen de honden er volledig bovenop, maar dit kan wel hardnekkig zijn.
  • Hondsdolheid is enkel verplicht wanneer u naar het buitenland gaat. Deze vaccinatie is 3 jaar geldig binnen de landen van de EU.

Vaccinaties bij de kat

  • Kattenziekte (parvovirose) is voornamelijk gevaarlijk voor jonge katjes. Zoals bij de hond geeft dit virus aantasting van vooral het maagdarmslijmvlies met hoge koorts, braken en diarree als gevolg. Het sterftepercentage ligt lager als bij de hond, maar is nog steeds aanzienlijk hoog.
  • Niesziekte ( calicivirose, herpes, chlamidia) veroorzaakt in sommige gevallen aantasting van slijmvliezen van de ogen, neus, mond en bovenste luchtwegen met letsels tot gevolg. Onze kattenpopulatie is drager van enkele van deze virussen waardoor een vaccinatie vooral belangrijk is om opflakkeringen te voorkomen en de infectiedruk hierdoor laag te houden.
  • Kattenleukemie (leucosevirus) heeft een vernietigende invloed op het imuunsysteem waardoor algemene ziektes en lymfekliertumoren gemakkelijker kunnen ontwikkelen.

Vaccinaties bij het konijn

Ook voor konijnen zijn vaccinaties belangrijk! Er zijn 3 virussen waartegen kan gevaccineerd worden. Overdracht van deze virussen kan gebeuren door zowel direct contact met wilde konijnen als door besmet materiaal zoals drinkbakjes, gras of hooi dat in contact is geweest met een besmet dier. Ook kunnen de virussen worden overgebracht door muggen, vlooien en andere stekende insecten.

  • Bloederziekte ( Viraal hemorragisch syndroom 1 en 2) begint vaak met snot, niet meer eten, sufheid en kent een snel verloop. Vaak zien we in een laatste stadium bloederige neusvloei! Bijna altijd heeft dit virus een dodelijke afloop en een geschikte behandeling bestaat hier niet. In sommige gevallen zijn er geen symptomen, maar wordt het konijn plots dood aangetroffen.

 

  • Pokkenvirus (myxomatose) wordt overgebracht door muggen, vlooien, stekende insekten en gebeurd vaak van wilde konijnen naar tamme konijnen. De symptomen beginnen vaak mild en worden geleidelijk erger! Gezwollen en rode ogen, gezwollen anus en vulva zijn enkele kenmerken. In een verder gevorderd stadium kan het konijn blind worden, suf, anorectisch en spijtig genoeg heeft het virus zonder vaccinatie bijna altijd een dodelijke afloop!

 

Er is nu een nieuw combinatievaccin op de markt zodat 1x/jaar vaccineren voldoende is.